Pubers motiveren, hoe dan?

Pubers motiveren, hoe dan?

Als instructeur heb je vaak te maken met verschillende doelgroepen. Misschien geef je veel (jonge) kinderen les, ben je juist meer van de volwassenen of combineer je het lesgeven aan verschillende doelgroepen. Een van de doelgroepen, zowel in groepslessen als privé, zijn de pubers.

Kinderen beginnen vaak met paardrijden omdat ze paarden zo lief, leuk en interessant vinden. Ze hebben veel zin in hun (eerste) paardrijlessen en zijn niet vaak moeilijk te enthousiasmeren. Als de kinderen wat ouder worden en uitgroeien tot pubers kan het soms wat moeilijker zijn om ze nog te motiveren. Soms kunnen ze de indruk geven dat ze alles al weten en niks meer bij te hoeven leren, soms stralen ze uit dat ze echt nergens zin in hebben en is elke actie waar je om vraagt er al één te veel. 

Wat is motivatie eigenlijk?

Motivatie is datgene wat een individu tot bepaald gedrag drijft of ook wel de zin om iets te doen. Die motivatie kan van binnenuit komen, omdat je zelf graag iets wilt, of van buitenaf. Motivatie van binnenuit (intrinsieke motivatie) is het makkelijkst om mee te werken. Je doet iets omdat je het graag wilt, zoals kleinere kinderen bij het starten van hun paardrijlessen.
Extrinsieke motivatie is motivatie van buitenaf; je doet iets omdat die van een ander moet of omdat er een andere prikkel van buitenaf komt die je drijft tot bepaald gedrag.

Weinig intrinsieke motivatie

Pubers vertonen vaak weinig tot geen intrinsieke motivatie, het lijkt of ze niks willen. Waar je ze op school nog weleens kan dwingen tot bepaalde actie door middel van extrinsieke motivatie (“Je moet naar school want je bent leerplichtig, je moet leren want je krijgt een cijfer voor de toets”) is het in een paardrijles lastiger. Het is tenslotte een hobby waar ze vrijwillig naartoe komen en ze zouden kunnen stoppen wanneer ze dat willen. Ergens maken ze de keuze om door te gaan met paardrijlessen omdat ze het echt nog wel leuk vinden, maar ze zijn niet altijd gemotiveerd om dan ook nog eens jouw instructie aan te nemen en op te volgen.

Hoe ga je hiermee om? Ik zet een aantal tips voor je op een rijtje!

Erkennen en steunen

Een belangrijke stap om goed contact te krijgen met een puber is om zijn of haar gevoelens te erkennen en ze te steunen. Dat kan bijvoorbeeld zijn: “Ik snap dat je moe bent, je zult vandaag op school wel weer hard gewerkt hebben” of “Ik begrijp dat je boos bent op je paard, het lijkt ook echt even of hij niet mee wilt werken…”
Hierdoor toon je begrip voor gevoelens en gaat je leerling meer open staan voor jouw boodschap. Het gaat er niet eens om of de leerling wel of niet gelijk heeft (bijvoorbeeld in het geval waarop hij of zij boos is op het paard) maar dat je wel aangeeft dat gevoelens gehoord en gezien worden en er mogen zijn.

Leiding geven

Nadat je erkenning hebt gegeven aan de gevoelens of ideeën van de leerling moet je als instructeur of docent de leiding nemen. Je vertelt wat de vervolgstap is om tot een bepaald doel te komen. Bijvoorbeeld: “Ik snap dat je moe bent, je zult vandaag op school wel weer hard gewerkt hebben. We gaan toch nog even door met het oefenen van het doorzitten, dat kan je. Over 2 rondjes mag je dan weer gaan lichtrijden, dan heb je je rust wel verdiend.”
Door op deze manier een instructie te geven steun je je leerling in zijn gevoel van moe zijn. Wel geef je opdracht dat er toch nog iets gedaan moet worden en vooraf stel je dat als dat lukt (een haalbaar doel) je leerling het echt verdiend heeft om uit te rusten.

Erkenning, leiding geven en beloning.

Inspireren

Inspiratie is een belangrijk onderdeel van motivatie. Als je geen idee (of droom) hebt over waar je naartoe wilt groeien, is het moeilijk om aan het werk te gaan.
Het inspireren van een puber is niet altijd even makkelijk. Belangrijk als je iemand wilt inspireren is dat je zelf gelooft in het doel. Je moet dus overtuigd zijn van de dingen die je zegt in je lessen om dat ook over te kunnen brengen. Daarnaast moet er vertrouwen en verbinding zijn met je leerlingen.

Nieuwe dingen proberen

Zorg er in ieder geval voor dat je regelmatig nieuwe dingen laat proberen. Probeer dus verschillende disciplines uit (of onderdelen hieruit) of laat ze nieuwe oefeningen doen. Zelfs af en toe oefenen met een oefening waar je leerling nog niet per se aan toe is kan zorgen voor inspiratie. Hierdoor ervaar je iets nieuws en kan je zo nieuwe doelen stellen.
Probeer ook regelmatig een andere manier van instructie geven zodat je leerling geprikkeld wordt om zelf na te denken. Een platte theoretische uitleg is vaak fijn voor een goed begin van een oefening, maar pak het eens andersom aan. Bijvoorbeeld: Vertel aan je leerling hoe een travers eruitziet, en laat ze dan oefenen zonder uit te leggen wat de hulpen zijn. Vervolgens kun je vragen welke hulpen hij of zij heeft gegeven om tot de uitvoering te komen. Daar kun je dan weer op inspelen door aanwijzingen te geven om de oefening te verbeteren.

Probeer daarnaast gebruik te maken van de verbeelding. Probeer de zintuigen te prikkelen door over het gevoel te praten wat je wilt bereiken. Vertel wat voor fantastisch gevoel het kan geven als je paard een bepaalde oefening goed uitvoert, of als je eindelijk, na lang oefenen, een bepaald doel bereikt hebt.

Erkennen en steunen, leiding geven en inspireren staan aan de basis van het motiveren van een puber.

Succes!