Dit artikel schreef ik voor de online blog Pumps en Paarden en werd enkele weken geleden gepubliceerd.
Niet elke ruiter (of elk paard!) doe je een plezier met een hindernis. Er zijn heel wat ruiters die balken angstvallig uit de weg gaan en er al helemaal niet aan moeten denken om meerdere hindernissen te springen. Toch is het springen een hele leuke maar vooral ook nuttige discipline. Het gebruik van balken, op wat voor manier dan ook, draagt bijna altijd bij aan het gymnastiseren van je paard.
In dit artikel wil ik jullie enthousiast maken voor het springen en tips meegeven om lekker mee aan de slag te gaan; voor alle niveaus.
Balkjes draven
Als je begint met springen is het altijd goed om balkjes te draven, zowel voor de ervaren springruiter als de beginner. Het draven van balkjes en het rijden van in-uitjes is voor ieder paard van gymnastiserende waarde. Ook voor een dressuurpaard is dit goed! Je maakt je paard hier soepel mee en traint de achterhand.
Voor het draven over de balken moet je ervoor zorgen dat de afstand tussen de balken 1.20 meter tot 1.50 meter is. Je kan deze afstand variëren om het makkelijker te maken voor je paard, maar ook juist om de moeilijkheden op te zoeken; je kan de balken voor een paard met een korte pas steeds wat verder uit elkaar leggen met als doel om zijn passen te verruimen.
Zo kan je steeds meer balken achter elkaar leggen om overheen te draven, maar let op dat het er niet teveel worden. Begin met één balk en breidt het uit tot maximaal vijf achter elkaar, omdat het een vrij grote inspanning is voor het paard.
Het draven van balken kan je uitbreiden door er cavaletti van te maken. De cavaletti zijn zo’n 10 tot 20 centimeter hoog en zorgen ervoor dat je paard meer van de grond moet komen (en daardoor meer spieren gebruikt en meer souplesse krijgt).
Voor variatie kan je de balken of cavaletti ook in een ander patroon neerleggen. In een gebroken lijn of op een volte bijvoorbeeld. Een voordeel hiervan is dat het binnenachterbeen van het paard in een wending sterker gemaakt wordt. (en dat je eigen stuurwerk erdoor verbeterd!)
In-uitjes
In-uitjes zijn een serie lage hindernissen achter elkaar waarbij het paard elke galopsprong weer over een balk springt. Het lijkt een beetje op het rijden van cavaletti, maar dan vanuit de galop.
De balken in de in-uitjes leg je op een hoogte van 10 tot maximaal 45 centimeter. De afstand tussen de balken is 3 tot 3,5 meter. Het rijden van in-uitjes heeft ook weer een gymnastiserende werking, maar kan ook je ruitergevoel op de hindernis verbeteren.
Let op bij het rijden van in-uitjes dat het voor veel paarden een flinke inspanning is. Begin met 2 sprongetjes achter elkaar en breidt dat, heel rustig, uit. (Het liefst onder toeziend oog van een instructeur!).
Enthousiast geworden? Ga lekker aan de slag met het rijden van cavaletti en in-uitjes! Volgende keer werken we naar hindernissen en lijntjes toe.